Sjors schrijft over BWV 33

 

De mailbox van 14 september 2007 (van Sjors uit Leeuwarden): 

 

Wat is er in godsnaam mis met het openingskoor van Allein zu dir, Herr Jesu Christ? Ik heb 2 uitvoeringen van BWV 33, de ene van Suzuki, 4 minuten en 19 seconden de andere van Harnoncourt/Leonardt 33 seconden trager. Het punt is dat voor mijn gevoel het koor veel te lomp (dom) is voor deze vrolijke up-tempo orkestpartij met als dieptepunt de onnavolgbare lelijke toonverlaging van het koor bij de tekst ” Der mir aus Nöten helfen kann”. Het koor bij Harnoncourt/Leonardt is dankzij die valse rotjochies sowieso al een drama maar bij de speedmetal uitvoering van Suzuki hoor je de koorleden ook al denken: is dit wel muziek van de almachtige Bach? Had hij een offday bij het schrijven van dit openingskoor? De voorlopige uitslag van het lelijkste openingskoor: met stip, BWV 33, ‘Allein zu dir, Herr Jesu Christ’. Nu nog even de uitvoeringen van Richter en Rilling beluisteren. 

 



Groeten uit Leeuwarden, 

George (=Sjors oa. regenmeter van strandje.nl) Sinnema 

(motto van de week: Suzuki is zo gek nog niet) 

 

 



Zondagochtend is een mooi tijdstip voor cantates en ook een goed moment om Sjors te antwoorden, het is 23 september 2007; 

Beste regenmeter, 


En wat vond je dan van Richter en Rilling? Ik denk niet veel moois. 

Het schijnt moeilijk te zijn hier iets van te maken en het is ook moeilijk om te zeggen waarom dat zo is. Orkestpartij lijkt niks mis mee, niet anders dan al die andere muzieken die eigenlijk altijd volkomen los van dat koraal hun goddelijke gang gaan. En waarom lukt het dan niet? 

Gisteren heb ik dan de enige uitvoering gekocht die wel bevalt. Deze maand nieuw in de winkel; "Gardiner's cantate pilgrimage vol 6" en deze eindigt met BWV 33. En jawel; het is prachtig maar waarom? Het tempo is hetzelfde als bij Richter (4.30, 2 seconden verschil) maar het lijkt allemaal veel sneller en dan is die eikenhouten rechttoe-rechtaan stijl van Richter prachtig om te vergelijken met deze uitvoering. En luister dan weer naar de kinderen (van Leonhardt) en het is of de spanning eraf druipt; ja kinderen nu moeten wij, zo geforceerd is het alles hier. En bij Rilling is de grote lijn foetsjie, het is rommelig. En dan is daar Gardiner en ineens horen we muziek. Het verschil zit volgens mij hierin dat ze goed kunnen zingen in 't Verenigd Koninkrijk. De stem kunnen gebruiken als ware het een instrument en zodoende tezamen met het instrumentale aandeel een samenhangend geheel kunnen smeden. Ja, het is mooi. 

En de altaria is daarna superlangzaam; Wie furchtsam wankten.....Maarten 't Hart zal tevreden zijn, dat voorspel ik je. 

Goed als ik jouw mail publiceer? En verder uitweiden? 

En wil je aub eens schrijven waarom jij, niet-christen zijnde ineens tot Bach gekomen bent? 

 


Grote roerganger, 

Johan 

 

 

En jawel, op deze vraag volgt een antwoord.